Op 13 oktober vond in het British Museum een symposium plaats, gewijd aan de omstreden wandklok gesigneerd Jan van Call, 1657. Het symposium was georganiseerd op intiatief van het British Museum en de eigenaar van de klok, het Science Museum London.
De bijdrage van onze conservator Pier van Leeuwen aan dit
symposium was een algemene cultuurhistorische inleiding. Hierin werden biografische data uit het leven van Jan van Call gespiegeld aan omstandigheden op het gebied van politiek, kunst, wetenschap. Het tijdvak werd getekend door
een intensieve wisselwerking tussen de Republiek en Engeland.
De uit het Duitse Kall (Eiffel) afkomstige uurwerkmaker
vestigde zich rond 1636 in het Gelderse Batenburg, waar hij zijn eerste gedocumenteerde torenuurwerk vervaardigde. Daarop trad hij in dienst van de stad Nijmegen als
stadsuurwerkmaker en landmeter. Hij werd verantwoordelijk voor het onderhoud van uurwerken in het stadhuis, de Stevenskerk en de stadspoorten. De laatste bouwde hij om tot slingeruurwerken.
Ook buiten Nijmegen werd Van Call ontboden voor aanpassingen van torenuurwerken, soms in combinatie met speelwerken voorzien van carillons van Hemony. Zo zijn van hem werkzaamheden gedocumenteerd in o.m. Arnhem, Den Bosch, Utrecht en Delft. Recentelijk is zijn torenuurwerk uit de Utrechtse Jacobikerk, gedateerd 1650, door Museum Speelklok opnieuw voorzien van een speeltrommel. Het torenuurwerk dat Van Call vervaardigde voor Buren (De Betuwe) is recentelijk gerestaureerd en geplaatst in de Pieterskerk in Amsterdam-Sloterdijk.
Van Call wordt door Huygens geroemd als “een eerlijk man … ende een vermaert meester”. Of deze waardering heeft geresulteerd in een samenwerking is niet nader onderzocht. Nog minder of de wandklok met de dubbele signatuur, die op 16 oktober 1986 door het Science Museum Londen werd aangekocht, daadwerkelijk de vrucht van deze veronderstelde samenwerking was.
Pier van Leeuwen introduceerde de klok als een van de meest intrigerende klokken,waar hij als beginnend conservator mee werd geconfronteerd. In 1986, 1987 en 2009 werd o.m. metallurgisch onderzoek
verricht aan de klok.
Recentelijk werd het omstreden uurwerk opgenomen in de prestigieuze Sir Harry and Lady Djanogly Gallery of Clocks and Watches in het British Museum. Hoe het ook zij, ook na dit symposium zijn er nog talloze vragen rond de klok onbeantwoord en zullen de stemmen niet verstommen.
“Recentelijk is zijn torenuurwerk uit de Utrechtse
Jacobikerkdoor Museum Speelklok opnieuw voorzien van een messing speeltrommel…..”
M.i. is it niet juist, maar heeft men de speeltrommel gereconstrueerd in hout maar van messing kleur voorzien.
Overigens heeft zijn zoon Pieter van Call in Darmstadt een zelfe uurwerk met speelwerk in samenwerking met Hemony gebouwd. Jammerlijk is dit uurwerk in WO2 verloren gegaan.
Uit het boek: ISBN 3-7929-0210-9 “Das Darmstadter Glockenspiel: Geschichte Und Gegenwart.” by Oswald Bill.
Van een correspondent kreeg ik nog de volgende reactie over de veiling:
Hij is bij Sotheby’s in London verkocht en ik was speciaal naar deze veiling gegaan om te kijken hoe een en ander zou uitpakken. Hier liepen alle topantiquairs rond uit Nederland. Wijnen, Kats, Stender was net dood. (…)
16 October ’86 is hij verkocht en ik kan me de ambiance nog als gisteren herinneren. Volle bak. De bedragen vlogen me rond de oren en het duizelde me bij de toewijzing. Een Londonse handelaar had de van call gekocht voor BP 110.000, exclusief opgeld. BP 130.000 dus. En ik meen dat het pond toen fl. 3.50 stond. Boven de BP 28.000 moet je een exportvergunning hebben, dus je begrijpt dat ik als leraar Engels er allang uitlag. (…) Voor dit artikel zou je nooit een exportvergunning krijgen. Zoiets hoort bij de national heritage.
Op de kijkdag lag de klok totaal uit elkaar en elk onderdeel was te keuren. Het transparante van Sotheby’s stelde me onmiddellijk op mijn gemak. Er stond wel een enorme neger als body guard bij de plastic foto-ontwikkelbak waar het geheel uit elkaar in lag. Geen hautain gedoe. De Britten doen toch veel aan educatie. (…)
Een enorm applaus nadat de handelaar bekend maakte dat hij in opdracht van het Maritiem Museum had ingekocht en dat het ding voor het grote publiek èn Engeland behouden was. Mr. Lee, een echte gentleman, was de koper en ondertussen kocht hij nog voor enkele tonnen aan topklokken. Knibb en zo.
Beste Walther,
Even ter verduidelijking. De gemeente Utrecht samen met een groep vrijwilligers (en niet het museum) is bezig met het restaureren van het Van Calluurwerk. Daarbij is er inderdaad een houten trommel vervaardigd.Op 11 jan as. zal hij weer (gedeeltelijk) in gebruik worden genomen op de locatie waar het uurwerk vandaan kwam, t.w. de Jacobitoren te Utrecht.