Duur… of niks waard?

- 1 reacties

Wijzerplaat van de vroege staande klok van Anthonius Hoevenaer [Langdurig bruikleen van Museum Boerhaave, Leiden]
Wijzerplaat van de klok van Anthonius Hoevenaer (Langdurig bruikleen Museum Boerhaave, Leiden)

Het MNU deed ook dit jaar weer mee aan het Nationale Museumweekend, dat gehouden werd op 14 en 15 april. Ruim 200 bezoekers, waaronder veel nieuwkomers, deden voor slechts € 1 ons museum aan. Thema dit jaar was “Laat je verrijken door het museum”. Daarom werden de bezoekers uitgedaagd als prijsvraag de duurste en de goedkoopste klok in de presentatie aan te wijzen. Dat het voor de bezoekers niet altijd eenvoudig is te raden welke antieke klok het meest kostbaar is, bewees de uitkomst. Er deden vooral gezinnen mee, die in onderlinge samenspraak tussen jong en oud tot een beredeneerde keuze kwamen. Tijd is geld, maar het is ook in klokkenland niet alles goud wat er blinkt.

Detail van de wijzerplaat met wereldtijden door Gerrit Knip

De zoektocht door het museum naar de juiste antwoorden leverde voor de meeste bezoekers en bezoekertjes verrassende vondsten op. Daarbij sprongen met name de spectaculaire staande klokken in het oog. De Amsterdamse staande horloges met planisferium door Gerrit Knip, met planetarium door Dames Starre en die met walvisvaartmechaniek door Nicolaas Weyland en scheepjesmechaniek door Jacobus Waten streden om de gunst van het publiek. Maar ook de Amsterdamse wandklok met speelwerk door Francois de Mey trok de aandacht.

Het uurwerk van de speelklok van Francois de Mey

Een enkeling gokte op het 16e eeuwse lantaarnklokje, de 17de eeuwse “toreklok” van Henricus Vestrinck of het zakhorloge gesigneerd Hoogendijk. Maar liefst vier deelnemers mikten op de vroege staande klok van de 17e eeuwse Leidse maker Anthonius Hoevenaer. Hoewel deze klok ontegenzeggelijk tot het hogere segment van de bijzondere klokken mag worden gerekend, wist evenwel geen van de deelnemers de klok te raden die de hoogste (verzekerings-)waarde vertegenwoordigt.

Uiteraard houdt het museum zich veel minder bezig met de handelswaarde van haar eigendommen en bruiklenen. Dit wisselende spel van loven en bieden is met name de sport van veilinghuizen en taxateurs. Zeldzaamheid, staat en vervaardiger zijn van grote invloed op het feit of een antieke klok “collectible” of “museumwaardig” is. Voor de meest begeerde topstukken geldt uiteraard het motto “wat een gek er voor geeft”. Dat het museum met enige regelmaat in staat is gebleken grote kostbaarheden in de wacht te slepen, is veelal te danken aan externe gulle gevers als fondsen en particulieren.

Is alles goud wat er blinkt?
Het uurwerk uit een Zaanse klok van Cornelis van Rossen
(particuliere collectie)

 

Naast de vraag naar de duurste klok, deden de deelnemers ook een gooi naar “de goedkoopste klok”. Wellicht kwamen hier wel de meest onverwachte antwoorden op. Van de 17e eeuwse vroedvrouwklok tot de Zaanse klok van Cornelis van Rossen, de schilderijklok, de elektrische Zenith of NUFA wandklokken tot het Pontiac horloge, alle kwamen ze voorbij. De jongste oplettende speurneuzen hadden in de gaten dat in de Museumshop souvenirklokjes te koop zijn voor budgetprijzen.

Het goedkoopste klokje werd dan ook drie maal geraden. Dit is een bouwplaatje van een Zaanse klok, dat voor het luttele bedrag van € 1,25 te koop is. Alle deelnemers vielen zonder meer in de prijzen door een gratis catalogus van de “Nova Zembla klok”  in de wacht te slepen. Mede hierdoor gold voor alle mededingers de oud-Hollandse stelregel “Tel uit je winst!”.

1 responses to “Duur… of niks waard?

  1. Konstantin Chaikin, kennis van mij, komt deze week naar Nederland en vraagt of ik weet waar het Nederlandse glycerine atmos klokje te bezichtigen is. Het uurwerk zou 250 jaar oud zijn en zou ergens in een museum staan. Konstantin is een jonge zelfstandige Russische horlogemaker. Graag reactie aan john.twaalfhoven@centriforce.nl
    Hartelijk dank.
    John

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *