Op 1 oktober opende wethouder Corrie Noom van Zaanstad de tentoonstelling “Going Dutch” in het Museum van het Nederlandse Uurwerk (MNU) met een toespraak vol wij-gevoel namens de Zaanstreek. Het wij-gevoel en de buitenlandse invloed daarin is het thema van de Maand van de Geschiedenis, die in oktober 2011 plaatsvindt.
Symposium
De strijd tussen “ons” en “hen” is zichtbaar in de voornamelijk Nederlands-Engelse controverse over de uitvinding van de slingerklok. Die wedstrijd krijgt zijn hoogtepunt in het symposium Going Dutch, dat op 3 december plaatsvindt.
Tentoonstelling
De 17e eeuw was rijp voor de ontdekking van een betrouwbare precieze tijdmeter. Astronomen waren ervan afhankelijk voor de verfijning van hun waarnemingen. Economisch was er de noodzaak van nauwkeurige bepaling van de lengtegraad op zee. Wetenschappers waren bezig met het vinden van betrouwbare tijdsindicatoren en technici met het ontwikkelen van geschikte technologie. De tentoonstelling gaat over hun pogingen om de goede eigenschappen van de slinger beter bruikbaar te maken voor tijdmeting.
Het Nederlandse genie Christiaan Huygens staat bekend als de uitvinder van het slingeruurwerk. De klokkenmaker Salomon Coster als de maker van de eerste slingeruurwerken. Is de claim dat deze Nederlandse tandem de eerste was terecht, of was er niet veeleer sprake van een internationale ideeënuitwisseling tussen technici en wetenschappers?
De wetenschappelijke en technische ontwikkelingen zijn zichtbaar in een aantal bijzondere uurwerken, die nog vrijwel niet in het openbaar te zien zijn geweest. Te midden van de uurwerken in de vaste presentatie, zodat u direct vergelijkingen kunt maken. De tentoonstelling duurt van 1 oktober tot en met 4 december 2011. Gedurende de tentoonstellingsperiode is het museum ook door de week geopend, maar niet op maandag en (vanaf 1 november) woensdag.