De jeugdboekenschrijver Jelte Kuipers publiceerde in 1947 “De vertelling van de klok”, geïllustreerd door Fiep Westendorp (1916-2004). Het avontuur beschrijft hoe de verteller, een vijfentwintigjarige schoolmeester, in een Amsterdams antiekwinkeltje een Friese staartklok koopt. “En toen….toen zag ik hem pas: de klok! Een grote, Friese staartklok was het, met een lange slinger en een zwaar, koperen gewicht. Hij was de enige, die wat te vertellen had in het winkeltje: alle andere dingen waren stil, heel stil, maar hij tikte….rustig en bedaard: tik-tak, tik-tak. De slinger ging regelmatig heen en weer en de grote wijzer schoof heel langzaam, met kleine schokjes, over de mooie, beschilderde wijzerplaat, met deftige, Romeinse cijfers.”
De hoofdpersoon valt onder de klok in slaap, waarop hij de klok hoort vertellen over de klokkenmaker Peter Govertszoon van Rhenen in het jaar 1786. Als weeskind leerde hij het vak bij baas Egberts in Halfweg en vervolgens bij Raglan in de Amsterdamse Kalverstraat. In een dorpje aan de Waaldijk repareert Peter de staande klok van de burgemeester. “Op de grote, ronde tafel werd een stuk grauw papier gespreid en even later was Peter een en al aandacht voor het prachtige oude raderwerk dat voor hem stond.” Vervolgens lukt het de jonge klokkenmaker zelfs een torenuurwerk te bouwen. “Een nieuwe klok, burgemeester, als u die wilt hebben dan maak ik hem wel…. En ik beloof u, dat het een goede zal worden ook.”
Zeven jaar later trouwt Peter met Pieternelleke, de dochter van de burgemeester, en maakt voor zijn bruid een bruidsklok. “Geen prins was het, maar onze klokkenmaker en het was een klok, die hij daar droeg en die klok…was ik!” Het blijkt dezelfde klok die honderdzevenenvijftig jaar later het verhaal aan onze schoolmeester vertelt. In het Museum van het Nederlandse Uurwerk zijn meerdere Friese staartklokken te vinden, waaronder ook een exemplaar met bruidskrans.
De illustraties die Fiep Westendorp voor het boekje maakte, zijn bijzonder innemend. Twee jaar na het boek, op 29 december 1949 publiceerde Fiep in Het Parool de humoristische illustratie “De geschiedenis van de klok is een lang verhaal”.
Jelte Kuipers schreef onder meer ook de historische jeugdboeken “De tijdruiter” (1962)” en “De torens van Tribourg” (1968). “De tijdruiter, ons verleden in verhalen van vele schrijvers” is samengesteld door Jelte Kuipers en geïllustreerd door Pim van Boxsel (1924-1995). Het titelverhaal begint eveneens met een Friese staartklok. “Het bijzondere daarvan is, dat boven in de wijzerplaat een mannetje te paard begint te bewegen als de klok de hele en halve uren slaat.”
[slideshow]