In 2011 bestond het Museum van het Nederlandse Uurwerk (MNU) 30 jaar. Voldoende aanleiding om eens goed uit te pakken. Het symposium “Going Dutch” op 3 december2011 inde gehoorzaal van Teylers Museum in Haarlem was een succes.
Zo’n 90 aanwezigen luisterden geboeid naar de voordrachten van de Nederlandse en Engelse sprekers.
Een aanzienlijk deel van hen nam de gelegenheid te baat om de gelijknamige tentoonstelling in het MNU in Zaandam te bezoeken.
Het symposium werd ingeleid door Robert Beuker (voorzitter MNU), Marijn van Hoorn (conservator Teylers Museum) en dagvoorzitter Ed van den Heuvel (astronoom, UvA).
Als eerste spreker schilderde Pier van Leeuwen het politieke en culturele toneel waarop de ontwikkeling van het slingeruurwerk plaatsvond.
Roberta Pohancenik belichtte de rol van sleutelfiguren in de verbreiding van wetenschappelijke ideeën in het midden de 17e eeuw. In het bijzonder ging de aandacht naar de nieuwsvoorziening in Engeland over het nieuw uitgevonden slingeruurwerk.
Daarna was het de beurt van Kees Grimbergen om de eigenschappen van verschillende oscillatoren, waaronder de slinger, toe te lichten. Hij verknoopte dit onderwerp vernuftig met de geschiedenis van het MNU
Sebastian Whitestone sprak over de nieuwe datering van een ontwerp van Huygens van een slingerklok met gewichtsaandrijving, die hem leidde tot de conclusie dat deze klokken vroeger dan aangenomen door Thuret gemaakt zijn. Een interessante stelling, gezien de recente ontdekking van een heel vroege slingerklok met gewichtsaandrijving uit het atelier van Coster.
Michiel van Hees’ bijdrage behelsde de ontwikkeling van het uurwerk in het midden de 17e eeuw. De blik werd hierbij ook gericht op invloeden uit Duitsland.
Reinier Plomp ging nader in op een specifiek kenmerk van vroege Nederlandse en Franse slingerklokken, de aandrijving van zowel gaand als slagwerk door één veer of gewicht.
Keith Piggott sloot de dag passend af met een pleidooi voor zijn “Open Research”-project, waarin hij klokkendeskundigen uitnodigt alle informatie over vroege slingeruurwerken in één database onder te brengen en zo de wetenschappelijke studie van dit onderwerp een stap verder te brengen.
Na afloop van de lezingen werd de Costerpenning wegens grote verdiensten voor de beoefening van de tijdmeetkunde door Erik Glasius uitgereikt aan prof. Plomp.
Aansluitend werd de oprichtingsakte ondertekend van de Stichting Tijdmeetkundige Collectie Nederland, het nieuwe initiatief van het MNU en de SMAT om te komen tot een gezamenlijk beheer van de Nederlandse uurwerkencollecties, te beginnen die in de musea in Zaandam en Schoonhoven.
De lezingen zullen worden gepubliceerd in een geïllustreerde uitgave, die voor geïnteresseerden te koop zal zijn bij het MNU. U kunt uw belangstelling aangeven in een e-mail aan directeur@mnuurwerk.nl.