De tijd heeft veel facetten. De weergave van de tijd ook. Dit is van 29 september tot en met 30 oktober het onderwerp van een tentoonstelling in het MNU. Zakhorloges vertonen hier uiteenlopende gedaanten van de tijd. Tijdens de tentoonstelling vindt op 13 oktober een lezing plaats.
De tijd is onze bondgenoot. Hij is een meetlat. We willen vrienden met hem zijn. Als we de tijd beter kennen, weten we beter waar we zijn en waar we heen gaan. De tijd reist met ons mee. Maar wijst hij ons de weg?
De tijd is onze tegenstander. Hij ontglipt ons telkens weer. We willen hem temmen. Hem bedwingen. Maar hebben we hem echt onder controle als we hem kunnen meten?
We hebben de tijd bedwongen, want we kennen hem als nooit tevoren. Tot op de schrikkelseconde. En we hebben constant contact met de tijd die we kennen. We dragen altijd een horloge of een mobieltje bij ons. Dat vinden we heel normaal.
Ooit moesten de mensen wennen aan mechanische tijd die altijd bij hen was. Vroege zakhorloges hielpen daarbij door mechanische tijd weer te geven met beelden die ontleend zijn aan natuurverschijnselen.
Het mechaniek biedt de gelegenheid om de tijd naar je hand te zetten. Om de gebruiker moeizaam rekenwerk te besparen werden tijdsaanwijzingen ontwikkeld die een bepaald doel dienden.
Ook als een horloge gewoon de tijd aanwijst, kunnen we de manier waarop dat gebeurt variëren. Gewoon voor de leuk, of omdat het een duidelijk voordeel heeft.
Maar uiteindelijk blijft de tijd een raadsel. Iets dat sterker is dan wij. Tijdmeters herinneren ons daar soms aan door hun tijdmeting te laten flankeren door symbolen van de ondoorgrondelijke tijd.
Tegelijk vindt in het MNU een tentoonstelling plaats van horloges die te maken hebben met het 150-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Lees hier meer over die tentoonstelling.